Het gaat vaak over flexibiliteit, kracht en stabiliteit in blessurepreventie. Waarom is dit belangrijk voor dansers? En hoe breng je deze kennis over aan dansers en dansdocenten?
Je hebt veel verschillende factoren die blessures wel of niet kunnen veroorzaken. Het gaat niet alleen over fysieke trainingen, maar je hebt ook mentaal welzijn, omkadering, faciliteiten, en de dansstijl. Waar ik vooral aan werk is fysieke fitheid van dansers en hoe dansleraars hier meer aandacht aan kunnen besteden. Wat docenten vaak vergeten is conditie trainen. Je ziet het al aankomen: maar ik sport toch veel? Dansen is zeker een sport, maar het is een intervalsport. Je staat veel stil in een dansles, meer dan dat je denkt. Je gaat fel en explosief bewegen en dan weer niet. Je kan professionele dansers extra uren danstraining geven, maar daarmee verbeter je hun conditie niet. Moedig daarom je leerlingen aan om buiten de danslessen een half uur of een uur te gaan zwemmen of fietsen. Zo werken ze aan hun langdurige uithouding. Waarom is conditie belangrijk? Hoe beter je uithouding, hoe beter je herstelt tijdens rustmomenten en tussen bewegingen en hoe minder je vermoeid gaat raken. De meeste blessures gebeuren wanneer je lichaam vermoeid is of je mentaal moe bent. Je bent vaak wat meer moe op het einde van een dansles, na een drukke werkweek, wat later op de avond.
Je moet ook nog inspelen op lenigheid. In de danswereld heb je meestal zeer lenige mensen. Ze moeten flexibel zijn en stretchen al heel veel. Daarom zijn ze goed in lenigheidsoefeningen en doen ze het graag. Extra stretchen is voor lenige dansers niet nodig, maar op kracht werken dan weer wel. Heel soms missen dansers flexibiliteit en moeten ze meer kracht opbouwen. Je hoeft niet altijd alles over correcte stretching uit te leggen. Door een dansles juist op te bouwen gaan je leerlingen al doende veel leren over veilig stretchen.
Dan heb je nog kracht en stabiliteit. Hier gaat het vooral over twee spiergroepen: stabiliserende spieren en mobiliserende spieren. Ik wil dansers aanleren hoe ze deze spieren kunnen trainen met correcte houding en aangepaste oefeningen. Deze kennis doorgeven gaat moeilijk als je aan grote groepen lesgeeft, maar vaak loopt het al mis bij de cues. Je hebt het hoogstwaarschijnlijk al eens gehoord: trek je buik in, span je billen op, maak geen holle rug. Deze uitspraken zijn niet altijd juist en leiden eerder tot een ongezonde houding en blessures.
Je hebt het over wat er misloopt tijdens het opwarmen en de verschillende onderdelen van fysieke fitheid. Wat is volgens jou de meest voorkomende misvatting in de danswereld?
In de danswereld zijn er nog veel misvattingen over stretchen. Dansers stretchen vaak nog te lang en te hard. Uitspraken zoals “no pain, no gain” en “balletpijn is fijn” helpen niet. Toch is het niet zo simpel om aan te leren hoe ver je mag of kan stretchen, zeker bij kindjes. Hoe geef je het verschil aan tussen pijn en “het stretchgevoel”? Als je bijvoorbeeld 30 seconden in een houding blijft zitten, dan moet je dat met gemak kunnen volhouden. Je moet voelen dat er iets gebeurt, maar het mag geen ondraaglijke pijn zijn.
Onderzoek toont aan dat als je een spier te lang rekt, dat je daarna veel minder kracht hebt in die spier. Dus iets te lang statisch stretchen voor je dansles is net schadelijk voor je prestaties. Het is ook niet zozeer te veel stretchen dat problematisch is, maar wel niet goed weten wanneer en op welke manier je het beste stretcht. Je moet als danser zeker weten hoe je stretch, maar ook met met welk doel. Dansen is niet alleen een sport, maar een esthetische sport. Bewegingen gaan soms lijnrecht in tegen de principes van blessurepreventie in naam van de kunst. Je ziet lichamen in extreme posities gaan in ballet, breakdance, hedendaagse dans, noem maar op.