nl / en

‘Dat wat gebeurt’ en poëzie

Dit is een rode draad voor mij. Eentje die misschien niet altijd een direct of zichtbaar effect heeft op wat ik maak, maar die binnenin wel een vuurtje onderhoudt. Ik zou poëzie een soort practice noemen, zoals je mediteert of buikspieroefeningen doet. Het heeft te maken met het alledaagse en het zien van de schoonheid daarin. Ik heb oog voor toevalligheden, en kan die in hun toevalligheid net heel speciaal vinden. Die poëzie kan bij mij op papier of in een voicenote terechtkomen, dat is heel fijn en geeft voldoening. Al kan ze ook als voedingsbron dienen wanneer dat niet zo is. Het is een soort spel met het alledaagse dat ik kan vangen in woorden. En meestal, zelfs als ze niet op papier komen, zie ik wel woorden. Ik denk dat mijn hersenen hoe dan ook gedichten produceren.

Aanraking en contactimprovisatie

Deze wereld ging voor mij open toen ik in Gent textielontwerp studeerde. Ik verdiepte me in wrijving tussen stoffen, in hoe er in frictie van draden een nieuwe stof kan ontstaan. Ik wilde dat soort ontmoeting ook begrijpen of vatten in mijn lichaam. Mijn promotor wees mij destijds op het bestaan van contactimprovisatie. Zij gaf me bronnen als Anna Halprin, Nancy Stark Smith en Steve Paxton en ik ging naar mijn eerste contactimprovisatie jam in het Gentse NEST. Voor mij was het heel nieuw om zo dicht te zijn bij mensen en in een atmosfeer te baden waar dat zo normaal is. Die dansvorm heeft mij heel erg doen inzien dat ik dichtheid nodig heb. Ook als ik zelf niet mee kan dansen, vertoef ik graag in de ruimte die contactimprovisatie doet ontstaan, vaak met mijn schetsboek in de hand.

Ik vind het magisch om improviserend te kunnen dansen met mensen die ik niet ken. Contactimprovisatie herinnert me aan de eenvoud en de waarde van aanraking. Dit werd een kern van hoe ik mezelf onderhoud als danser, maar ook als mens, als sociaal wezen. Het gaat over zacht zijn en aanraken en stil zijn. Daarin zit zelfs een link naar die poëzie waarover ik sprak. Het is communicatie op een dieper niveau, zonder woorden. De pure informatie van andere lichamen, andere mensen vind ik zo inspirerend om mee in contact te komen.

Mijn lijf

Mijn lijf en de pure, onpersoonlijke anatomie van lichamen zijn de laatste tijd ook een inspiratiebron. Mijn nieuwe obsessie is de app ‘complete anatomy’ die ik leerde kennen tijdens de Out of the Toolbox-workshop van Rafaela Sahyoun. Deze interesse komt volgens mij ook voort uit het feit dat ik onlangs een paar blessures opliep. Ik check vaak op kleine momentjes in met hoe ik ergens sta en hoe ik mijn lijf gebruik. Ik voel veel nieuwsgierigheid naar wat een lijf eigenlijk is en kan. Ik keer dus via die app compleet terug naar de droge basisstructuur van pezen, botten en spieren. Iets wat me inspireert is de invloed van mijn specifieke lichaamsbouw op hoe ik dans, of verwacht wordt te dansen.

Mijn interesse in het skelet los van alle verwachtingen is deels heel praktisch: ik wil graag dansen tot ik tachtig ben, dus ik zoek naar een gezonde omgang en functionaliteit. Verder denk ik na over sociale structuren hierrond, bijvoorbeeld die van het vrouw zijn. Hoe stel ik me daarin op in dans? Hoe kan ik me ontdoen van het idee dat ik in bepaalde vormen moet dansen, die misschien anatomisch niet gezond zijn, zonder me ontdoen van mijn vrouw zijn?

Emi Miyoshi

Op dit moment is Emi Miyoshi een grote inspiratiebron. Ik heb ondertussen twee stukken van haar gezien, S_HE IS SEA Etude en TRACK. Wat me in die laatste voorstelling zoveel voldoening gaf, was hoe Miyoshi de theaterzaal helemaal ontbonden had. Het podium stond in het midden waardoor je het stuk van twee perspectieven kon bekijken, het was op die manier heel 3D. Zij werkt met hetgeen wat ik “poëzie” zou noemen en creëert een soort simpliciteit in beelden. Een eenvoudige basis die weinig acrobatie of spektakel nodig heeft en betekenisvol kan zijn net omdat het zoveel ruimte heeft, omdat het tijd heeft. Ik heb het gevoel dat Miyoshi mij ook niks wil uitleggen dat ik moet weten in het leven, of dat ik moet ervaren. Dat is een grote kracht. Anderzijds kan het een valkuil kan zijn voor mij om me bij het creëren te verliezen in heel veel informatie die eigenlijk alleen ik hoef te weten en mee verbonden moet zijn.

Een docent en choreografe, zei me ooit: “you always have to perform for the most intellectual audience member”. Dat is me erg bijgebleven. Het slaat voor mij op het loslaten van de wil om “het uit te leggen”, of om iets didactisch, artistiek groots te willen doen. Je ziet daardoor jezelf als choreograaf niet als “the most intellectual” en gaat er van uit dat elke toeschouwer op zijn eigen manier een intellectuele toeschouwer is die er uithaalt wat belangrijk is voor zichzelf. Ik denk dat dat een streven is in mijn toekomstig werk; het creëren van in te vullen witruimte voor toeschouwers. Ik vind “ruimte laten” iets heel waardevol, omdat dat impliceert dat er adem en gesprek kunnen zijn. Dat er tijd kan zijn tot iets binnenvalt, dat dat niet nu moet. Ik zou willen dat die witruimte de essentie wordt.

 

Tekst: Hannah Peiren

‘In de kijker’ is een platform voor dansers, dansdocenten en makers om net dat ietsje meer te vertellen over hun werk. Ontdek de diversiteit van het danslandschap

en laat je inspireren!

Maakplaats in Gent biedt studioruimte, coaching, toonmomenten en zichtbaarheid voor choreografen, nieuwe makers en dansers. Danspunt maakt 7 op 7 plaats voor jouw danslaboratorium waar je kunt verdiepen, vernieuwen en presenteren.

Check Maakplaats